Technische Infrastructuur
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
De technische infrastructuur van een gebouw omvat alle installaties en systemen die essentieel zijn voor het functioneren, comfort, de veiligheid en de efficiëntie ervan.
Omschrijving
Technische infrastructuur in de bouw verwijst naar de verzameling van werktuigbouwkundige (W) en elektrotechnische (E) installaties binnen een gebouw. Hieronder vallen systemen voor onder andere verwarming, ventilatie, airconditioning (HVAC), water- en rioleringsvoorzieningen, elektriciteit, verlichting en beveiliging. Een goed ontwerp, correcte installatie en regelmatig onderhoud zijn cruciaal voor de prestaties en levensduur van deze systemen, en dragen bij aan een comfortabele en veilige gebruiks- en werkomgeving.
Onderdelen van Technische Infrastructuur
Technische infrastructuur kan worden onderverdeeld in verschillende specialistische gebieden. Werktuigbouwkundige (W) installaties omvatten systemen zoals centrale verwarming (via radiatoren, vloerverwarming of lucht), luchtbehandelings- en ventilatiesystemen (voor binnenluchtkwaliteit), airconditioning, mechanische ventilatie, sanitaire installaties (watervoorziening en afvoer), en koelinstallaties. Elektrotechnische (E) installaties betreffen onder andere het hoofdverdeelnet, krachtstroom, noodstroom, lichtinstallaties, brandveiligheidsinstallaties en bliksemafleiderinstallaties.
Context en Belang
De technische infrastructiesystemen worden vaak aangebracht tijdens de afbouwfase van een gebouw. Ze zijn van vitaal belang voor het welzijn van gebruikers en dragen bij aan het verminderen van gezondheidsrisico's door bijvoorbeeld goede ventilatie. Naast comfort en veiligheid spelen technische installaties ook een steeds grotere rol in het verduurzamen van gebouwen en het voldoen aan wettelijke eisen en comfortwensen van opdrachtgevers. De juiste werking en afregeling, samen met bouwfysische aspecten, bepalen in grote mate het binnenklimaat van een gebouw.
Vergelijkbare termen
Installaties
Gebruikte bronnen: